Verdonck ontwikkelde al eerder een eigen alfabet – hij koppelt de letters aan merknamen uit de supermarkt: de ‘a’ wordt bij hem een brik Alpro en de ‘b’ de verpakking van Bifi-worstjes.
Samen met de kinderen van de hogere graad van de Mozaïekschool brainstormde hij over welke letters zij associëren met welke merken.. Met deze oefening confronteert hij hen op een speels rebelse wijze met de kracht van het kapitalistische model. Vanuit deze schoolcontext ontwikkelde Verdonck een installatie die de ‘eerste’ zin in het Oudnederlands verbeeldt. Alle letters uit “Hebban olla vogala nestas [...]” (11e eeuw) worden door de kunstenaar voorgesteld door de typische massaproducten uit zijn alfabet, die hij artisanaal namaakt uit verschillende materialen. Met dit werk verwijst hij naar de schoolkinderen die bezig zijn zich de Nederlandse taal eigen te maken. Maar het refereert ook aan de profane en reguliere werelden die elkaar ontmoeten rond het schooltje en de kerk. “Hebban olla vogala nestas [...]” (“Alle vogels zijn begonnen met het bouwen van hun nesten, behalve ik en jij. Waarop wachten we nu?”) kan immers zowel geïnterpreteerd worden als liefdesgedicht dan als religieuze beeldspraak.
Dit werk was te zien bij:
TRACK Gent, Maria Gorettikerk, Blaisantvest 37, Gent (2012)
Tim Van Laere Gallery, Antwerpen (2012)
Zinneke, Brussel (2015)
van
- Benjamin Verdonck
productie
- Toneelhuis