“Ze kwamen een man tegen die met een boom praatte. ‘Dit is een dichter.’; zei oom Gilbert. ‘Stoor hem niet, hij is aan het werk.’”
Benoît: Mijn oom Gilbert
Voor het eerst sinds lang gaat Olympique Dramatique nog eens met z’n vieren aan de slag en ze wagen zich meteen aan hun eerste theatertekst: Kunstminnende heeren. De titel is ontleend aan het toneelstuk Wallenstein van Schiller, maar verdere overeenkomsten met dit stuk zijn er niet, behalve dat de term ‘kunstminnende heeren’ erin voorkwam en de fantasie triggerde om een stuk te schrijven dat zich afspeelt binnen de kunstscène.
De Kale Zangeres van Ionesco was voor Olympique Dramatique al een excellente gelegenheid om de grenzen van het absurdisme af te tasten, nu gaan ze nog een stap verder op dit pad en wijken er zelfs vanaf. Met de strijdkreet ‘onder invloed geschreven stukken zijn invloedrijke stukken’, en gewapend met pen, penseel, pritt en karton nodigt Olympique Dramatique u uit in de bizarre onderwereld van de Kunstminnende heeren.
“Die man in die stoel daar, dat is een creatief mens. Dat is een kunstenaar. Wij maken zijn leven leefbaar. ’t Is heerlijk als hij in slaap valt in de late namiddag. Na thee en toast. Je hoort nog vaag de avondgeluiden opkomen, en daarna niets meer. In de andere huizen zijn de mensen zich aan’t kleden voor het souper. En hij ligt lekker in bed, onder de warme dekens, de luiken dicht, hij neemt voorsprong op de wereld.”
Harold Pinter (niemandsland)
van en met
- Tom Dewispelaere
- Inge Büscher
- Geert Van Rampelberg
- Stijn Van Opstal
- Hugo Moens
- Olympique Dramatique
- Ben Segers
schrijver
- Ellen Stynen
productie
- Toneelhuis
- Toneelhuis
- Olympique Dramatique