"Sire,

U die onverpoosd een levendige belangstelling voor het culturele leven in het algemeen en voor de Vlaamse letteren in het bijzonder aan de dag pleegt te leggen, u zult het mij niet euvel duiden, dat ik mezelf niet uitvoerig aan u voorstel. U kent mij immers grondiger en u schat mijn werk hoger in dan diegenen die er zich uit hoofde van hun functie in de culturele sector ernstig mee bezig zouden moeten houden. Dat blijkt overduidelijk uit het feit dat u mij af en toe, bij Koninklijk Besluit, een bescheiden toelage doet geworden, die het mij mogelijk maakt mij aan de schone letteren te blijven wijden, zonder materieel al te zeer in de verdrukking te geraken."

Zo opende Walter van den Broeck in 1980 zijn Brief aan Boudewijn. Daarin vertelde hij de toenmalige koning Boudewijn over het echte reilen en zeilen van zijn volk.

Koning zijn is geen sinecure. Goede raad is altijd welkom. Zeker in een land als België. 

In het kader van de voorstelling Van den Vos door F.C. Bergman vroegen Toneelhuis en Behoud de Begeerte aan een aantal prominenten om een brief te sturen aan Koning Filip.

Wat willen zij de koning zeggen? Wat zijn hun raadgevingen aan het nieuwe staatshoofd in tijden van crisis?

Walter van den Broeck, Jeroen Olyslaegers, Reinhilde Decleir, Rachida Lamrabet en Marc Reynebeau lezen elk hun brief voor. Toneelhuisacteur Tom Dewispelaere leest fragmenten uit De Vos Reynaert. 

De setting van de avond is het bijzonder decor van de voorstelling Van den vos.