Verrassende Vlaamse Cultuurprijs Podiumkunsten 2013!

De Vlaamse Cultuurprijs Podiumkunsten 2013 werd op vrijdag 6 september uitgereikt aan het magazine rekto:verso. De toekenning is opvallend omdat meestal een voorstelling of een individuele kunstenaar wordt bekroond.

Lees het juryrapport. Lees ook de tekst die de voorzitter van de jury, Toneelhuis-dramaturg Erwin Jans, tijdens de uitreiking uitsprak.

Juryrapport Vlaamse Cultuurprijs Podiumkunsten 2013

Het ontbrak ook in het seizoen 2012-2013  niet aan individuele kunstenaars die recht hebben op een oeuvreprijs, aan gezelschappen die hun artistieke parcours vernieuwden en verdiepten, aan projecten die het theater in het midden van de samenleving plaatsten. Toch bracht de interne discussie de jury van de Cultuurprijs Podiumkunsten 2013 snel op een ander, misschien onverwacht maar niet minder belangrijk spoor.  De podiumkunsten – en dat geldt ook voor alle andere kunsten – bewegen zich niet in het luchtledige. Zij komen tot stand in een omgeving waarin reeds over voorstellingen, over het belang, de waarde en de kwaliteit ervan wordt gepraat en gediscussieerd. Het kritische vertoog schept daarmee een ademruimte voor de voorstellingen en wordt op zijn beurt door de voorstellingen van zuurstof voorzien. Ook naar het publiek en de verschillende overheden toe is het kritische vertoog een belangrijke communicatieschakel, tegelijk betrokken en aan de zijlijn. Op dit ogenblik, anno 2013, in een steeds complexer wordende geglobaliseerde wereld,  te midden van een economische crisis met onduidelijke afloop, in een maatschappelijke context waarin theater (en kunst in het algemeen) vaak als niet meer dan een hobby voor the happy few wordt beschouwd, is dat kritische vertoog van levensbelang. Het is noodzakelijk om het maatschappelijk gewicht van de podiumkunsten in het algemeen voelbaar te maken, los van de kwaliteit van deze of gene individuele voorstelling. Het is noodzakelijk om, over de  voorstellingen heen, de intieme, maar niet altijd onmiddellijk zichtbare verwevenheid van theatervormen en sociale, economische en politieke processen te decoderen en bloot te leggen. Al jaren moeten we helaas een afname vaststellen van de kritische journalistiek over de podiumkunsten (en de kunsten in het algemeen) in de dag- en weekbladen. Aandacht voor grote evenementen en voor human intrest nemen steeds meer de plek in van duiding en diepgang. .

Terugkijkend op de voorbije seizoenen kon de jury zich echter unaniem scharen achter de waardering in dit verband voor het werk dat de redactie van rekto:verso levert.  Zowel in gedrukte vorm als op de website streeft het magazine ernaar om een breed publiek te bereiken en de kunsten op hun maatschappelijk belang te bevragen. Ook de inspanningen die worden geleverd voor een ruime spreiding van het tijdschrift getuigen van deze wil om een groot publiek bereik te hebben. Rekto:verso wil een podium zijn om de kunstkritiek te verdiepen en te verbreden als een kritisch draagvlak voor de kunsten. Rekto:verso vertrekt vanuit de podiumkunsten maar gaat heel breed over de kunsten heen en houdt rekening met hun maatschappelijke inbedding. Vooral de bijdragen over cultuurbeleid en cultuurpolitiek worden door de jury als waardevol en een belangrijke bijdrage tot de publieke discussie over de podiumkunsten in Vlaanderen beschouwd.

Omwille van de inhoudelijke diepgang, de vlotte leesbaarheid, de ruime verspreiding en de maatschappelijke invalshoek van hun magazine reikt de jury de Cultuurprijs Podiumkunsten 2013 uit aan de redactie van rekto:verso.

 

 

Laudatio door voorzitter van de jury

De jury heeft met het toekennen van de Cultuurprijs aan rekto:verso een statement willen maken. Maar twee dingen heeft de jury in elk geval niet willen zeggen: ten eerste dat er het voorbije seizoen geen voorstellingen, projecten of carrières de moeite waard waren om te  worden bekroond en ten tweede dat het journalistieke of kritische werk een artistieke expressie is. Heel wat voorstellingen en kunstenaars zijn tijdens de vergadering de revue gebaseerd en werden met waardering besproken. Dat de prijs uiteindelijk toch is toegekend aan een kritisch magazine heeft alles te maken met de discussie die zich tijdens het jureren ontspon over de bredere context waarin theater gemaakt en vooral ook gepercipieerd wordt. De jury kon niet anders dan vaststellen dat voorbije decennia een belangrijke mediator steeds minder kritische aandacht besteedt aan theater, met name de kranten en de weekbladen. Beweren dat het internet dat gebrek aan aandacht inmiddels heeft opgevangen, is een te makkelijk antwoord. Kranten en weekbladen blijven vooralsnog een belangrijke publieke speler in de receptie van en communicatie over het theater. Het kritische discours is geen kunst, de journalist, de recensent en de essayist zijn geen kunstenaars. Het zijn wel cruciale bemiddelaars. Zowel met het publiek als met de overheid.

Het geschreven, het gedrukte en het gedigitaliseerde woord dat bij een voorstelling kritische duiding en uitleg verschaft en historische en maatschappelijke context geeft, is meer dan ooit van belang op een ogenblik dat de plek en de noodzaak van de gesubsidieerde kunst wordt bevraagd. Die vraag mag uiteraard gesteld worden, zelfs in zijn meest populistische varianten. Maar het is van het grootste belang dat de antwoorden op die vraag met ernst en diepgang worden geformuleerd. Hier komt de journalist, de recensent en de essayist in beeld.

In  de marge van deze prijsuitreiking wil ik daarom in naam van de jury een hartelijke proficiat wensen aan Etcetera, dat zijn dertigste verjaardag viert en al drie decennia lang de ontwikkeling van de podiumkunsten van een kritische en analytische bedding voorziet. We hopen dat daar op z’n minst nog dertig jaar bijkomen. Ik wil eveneens in naam van de jury delen in de droefenis om het overlijden van Marianne van Kerkhoven, die meer dan veertig jaar lang in haar schrijven en in haar persoonlijke betrokkenheid als dramaturge bij het maken van voorstellingen, de houding incarneert die de jury heeft willen bekronen::  het voortdurend heen en weer bewegen tussen het kunstwerk met zijn eigen autonomie en de veranderende samenleving, het voortdurend zoeken naar kaders om het nieuwe te begrijpen en het oude in een ander perspectief te plaatsen, het voortdurend leggen van verbanden tussen en over de kunsten heen,  het reflecteren over de relatie tussen politiek, beleid en theater, tussen esthetiek en ethiek.

Bijna 20 jaar geleden, in 1994, gaf Marianne aan haar State of the Union op het Theaterfestival een titel, waarin al haar zintuiglijke en intellectuele gevoeligheid voor de verhouding tussen theater en samenleving besloten ligt: Het theater ligt in de stad en de stad ligt in de wereld en de wanden zijn van huid.  De wanden tussen theater en wereld zijn van huid en trillen dus voortdurend in beide richtingen, van binnen naar buiten en van buiten naar binnen. Wat de jury dit jaar met de cultuurprijs heeft willen waarderen, is een werking - i.c. van het magazine rekto:verso  -  die deze trillingen op zijn manier opvangt, verwoordt en aan zijn lezers en aan de sector ter discussie aanbiedt. Deze kritische discursieve bedding voor het theater is niet alleen noodzakelijk voor de gezondheid van de sector, maar is ook onontbeerlijk geworden in een samenleving waarin alles en iedereen zich steeds explicieter en uitgebreider voor zijn doen en laten moet verantwoorden.

 

Erwin Jans, Voorzitter Jury

Uitreiking Cultuurprijs Podiumkunsten 2013