Olympique Dramatique en Lazarus zijn aan het werk in het repetitielokaal in de Leopoldstraat, op een steenworp van de Bourlaschouwburg. Op de eerste verdieping zitten ze rond de tafel en discussiëren. Op de benedenverdieping proberen ze de scènes uit. Het is de tijd van het improviseren. De chaos is gemoedelijk. De aandacht geconcentreerd. Komedie is een ernstige zaak. Soms toch. Stijn Van Opstal kijkt terug op de eerste weken van de samenwerking:
“We zochten naar het juiste verhaal om met deze twee collectieven te spelen. Eerst kwamen we uit bij De gebroeders Karamazov van Dostojevski. Lazarus heeft al enkele Russische romans bewerkt, waaronder Oblomov. De gebroeders Karamazov leende zich schijnbaar perfect voor deze bende mannen op dit punt in onze levens, maar de tijd ontbrak om zo’n grootse roman te bewerken. Dan zijn we als tegenreactie toneelstukken beginnen lezen van onder andere Marivaux en Feydeau, typische relatiestukken vol misverstanden en verwikkelingen.
Op een bepaalde manier vormen dat soort komedies mijn oerbeeld van theater. Het eerste wat ik zag waren enerzijds de blijspelen van De Mounties die in de jaren tachtig op televisie werden uitgezonden. En anderzijds de Muppetshow, waar mijn ouders zo onbedaarlijk om konden lachen. Dat heeft als kind een grote indruk op mij gemaakt. Theater was dus voor mij lange tijd een rood fluwelen voordoek, balkonnetjes, loges en op de scène deuren in een houten wandje.
Uiteindelijk zijn we bij De zelfmoordenaar uit 1928 van Nicolaj Erdman uitgekomen. En toen viel alles op zijn plaats. Een klassiek Russisch toneelstuk over het tragikomische lot van een arme sukkelaar; een satire vermomd als deurenkomedie.
Het gaat over een man, Semjon Semjonovitsj Podsekalnikov, die niet meer kan volgen. De wereld draait te snel. Hij is uitgerangeerd. Hij is werkloos. Er heerst crisis. Heel herkenbaar. De wereld rondom hem wil hem manipuleren en gebruiken.
We zijn nu de vaudeville in elkaar aan het steken waarin Semjon verloren loopt. Het stuk speelt met het gewicht van ideologieën. Voor welk idee of ideaal ben je bereid je leven te offeren? Hoe ga je om met de veelheid aan wereldverbeteraars die zich overal aandienen?
Werken als collectief in een grote groep is een oefening in Babel. Het duurt een tijd voordat je elkaars taal spreekt. En pas als je begrijpt hoe de ander spreekt, begin je te beseffen hoe groot de spreidstand van meningen en visies kan zijn. De vraag die zich dan stelt is: kunnen wij samen als groep een radicale keuze maken? Als dat lukt, bestaat er wat mij betreft niks krachtigers.
Op dit moment van de repetities zijn we de deurenkomedie in elkaar aan het steken. Een kwestie van timing, van verschijnen, verdwijnen, te laat komen en er toch al te vroeg staan, enz. Het is zoeken naar het evenwicht tussen de charme van de wat oubollige theatercodes van de deurenkomedie en onze natuurlijke goesting om buiten de lijnen te kleuren. Daarbij moeten we vooral opletten dat de komedie en onze speelzucht de vertelling niet ondersneeuwen.
Enfin, spring volgende week nog maar eens binnen en we spreken verder…”
(opgetekend door ej)