Stef, Matteo, Thomas, Bart en Marie kennen elkaar van hun studies aan de Artesis Hogeschool bij Dora van der Groen. Podiumtechnieker Joé Agemans vervoegde de ‘Foute Club’ als artistiek kernlid na De rotsebreker, de eerste productie die ze samen maakten buiten de schoolmuren. De rotsebreker was een ongewone versmelting van scènes uit Claus’ Het leven en de werken van Leopold II en Tom Lanoyes Fort Europa. Claus’ tekst kreeg een grotesk kleedje aangemeten met foute musicalscènes, een opgeblazen olifant en zwartgeschminkte figuranten die als ‘negertjes’ optraden – chaotische pret die op gezette tijden gecounterd werd door sobere flarden tekstzegging uit Fort Europa. Het is na deze eersteling dat FC Bergman voelt dat het geen foute club meer wil zijn, maar een gezelschap. In 2008 creëert een deel van de groep een anarchistische bewerking van Harold Pinters De thuiskomst. Bovenop een enorme berg rommel, vuil en etensresten ontspint zich Pinters doorgaans zo onderkoelde familiedrama. De Bergmannen slaan het ‘decor’ de vernieling in, rijden auto’s de scène op en bedienen zich ongegeneerd van een vuil, dialectisch halftaaltje. Woedend en snoeihard blaast De thuiskomst het publiek omver en kaapt op Theater Aan Zee 2009 de Jong Theaterprijs weg.
In hetzelfde jaar nodigt Monty het hele gezelschap uit voor een residentie. Tijdens dat jaar zet FC Bergman verschillende kleinere performances op, maar betekenisvol voor de toekomstige artistieke koers is vooral Voorproef op fragmenten van een nieuwe wereld, dat stilistisch opnieuw aanknoopt bij De rotsebreker. Voorproef is een installatie, bestaande uit een reeks theatrale machines. FC Bergman steekt de constructie op een week tijd in elkaar en neemt haar op de zevende dag, in aanwezigheid van het publiek, plechtig in gebruik. De wonderlijke schepping, waar schapen door de lucht vliegen en sterren uit de hemel vallen, belooft aanvankelijk een ideale, maakbare wereld, tot de machines falen... De surrealistische koers van deze Voorproef schreeuwt om verder onderzoek.
Dat onderzoek vindt in 2009 een magistrale uitweg in een productie met de onhandelbare naam Wandelen op de Champs-Elysées met een schildpad om de wereld beter te kunnen bekijken, maar het is moeilijk thee drinken op een ijsschots als iedereen dronken is. De voorstelling, losweg geïnspireerd op Dantes Divina Commedia, gaat in première in de neogotische Oude Handelsbeurs op de Meir en slaat het Vlaamse theaterveld met verstomming door haar ongetemde drift, rauwe fysieke directheid, barokke poëzie en de gedurfde schaal. De voorstelling werd geselecteerd voor het Nederlandse Theater Festival.
In 2010 regisseert Stany Crets de Bergmannen in Het verjaardagsfeest, dat zijn première kende op Theater Aan Zee 2010. Pinters tekst wordt herschapen tot een groteske, koldereske farce opgevoerd in de kantine van een Oostendse roeiclub.
In 2011 creëert FC Bergman bij Toneelhuis, speciaal voor de Antwerpse Kleppers, op enkele weken tijd de voorstelling 300 el x 50 el x 30 el. Bergman bouwde een volledig dorp op scène, compleet met dorpsplein en achterliggend dennenbos. Wat zich binnen in hun huizen afspeelt krijgt het publiek te zien op groot scherm, via een rijdende camera die het hele dorp omspant en binnengluurt in de interieurs. Een voorstelling met een aantal prominente gastacteurs en tachtig figuranten. Hoe ongerijmd het opzet ook: FC Bergman slaagde erin om de hele ploeg van de Bourlaschouwburg mee te krijgen in de verwezenlijking van deze onmogelijkheid.
Stijn Dierckx maakt voor De Morgen een verslag van de avond, waarin Niek Kortekaas laat optekenen: "Bergman bewijst zich als een aangename ontregeling binnen het theaterlandschap. Zij verstaan de kunst om de overspoeling van visuele prikkels, die de actuele samenleving kenmerkt, naar de scène te vertalen. Geef deze jonge garde de middelen om verder te kunnen werken, om te verdiepen, om nog te verscherpen in de vertelling." - De Morgen, 31 januari 2011.
De voorstelling blijft gevraagd worden op internationale festivals. FC Bergman gaat waar mogelijk in op deze uitnodigingen en was al te zien met deze voorstelling in o.m. Berliner Festspiele in Berlijn en in Montpellier, de Ruhrtriënnale in Essen en het Boulevard festival in Den Bosch.
In 2012 maakt FC Bergman Terminator Trilogie op een verlaten, kaal terrein in de Antwerpse haven. Het is een woordeloze monoloog, “een stil spektakel in de open lucht, bij het ochtendgloren van de 21e eeuw. Een eeuw waar de keuzemogelijkheden voor een gelukkig leven voor het grijpen liggen”, aldus FC Bergman. Terminator Trilogie speelt op diverse (spectaculaire) locaties in België en Nederland. Theaterkrant kopt “Overweldigende esthetische zeggingskracht”. “Groots is het theater van de jonge wonderboys uit Antwerpen, FC Bergman. Op de schier eindeloze vlakte van het Terschellinger strand is de immense ruimte van cruciaal belang. Vanaf de tribune kijken we over het strand en zien op honderden meters afstand van alles staan: een bank, een trampoline, een piano, een tafelvoetbalspel, stoelen en nog veel meer (…) De voorstelling is tekstloos en slechts af en toe klinkt muziek. De weidsheid en de stilte dragen in sterke mate bij aan de grote poëtische kracht van de filmische beelden.” (Jos Schuring, Theaterkrant.nl, juni 2012)
Intussen zijn de grenzen fysiek en mentaal bereikt: voor de productie die FC Bergman in het hoofd heeft, een grootschalige muziektheaterproductie op basis van het dierenepos Van de Vos Reynaerde, is een werking zonder vaste structuur niet langer mogelijk. De productie 300 el x 50 el x 30 el is een fijne aanleiding voor Toneelhuis en FC Bergman om over te gaan tot gesprekken over een meer structurele samenwerking. In januari 2013 komen de zes makers van FC Bergman officieel voor vier jaar onder dak bij het Toneelhuis. In december 2013 is het indrukwekkende muziektheaterproject Van den vos, dat ze creëren met Liesa van der Aa, Muziektheater Transparant en Solistenensemble Kaleidoskop (DE), een feit. De voorstelling is geselecteerd voor Het Theaterfestival 2014 en is nog steeds op tournee. Uit het juryrapport: “Met deze krachttoer bewijst dit stelletje lefgozers dat ze eigenhandig een nieuw, visueel zinderend hoofdstuk aan onze theatergeschiedenis schrijven. Deze voorstelling is een belangwekkende stap in hun oeuvre en ontplooiing omdat visuele pracht en inhoudelijke kracht meer dan ooit in evenwicht zijn.”
Vaak worden in het prille oeuvre van FC Bergman twee ‘sporen’ van elkaar onderscheiden. Maar of de voorstellingen nu gedragen worden door tekst (De thuiskomst, Het verjaardagsfeest) of door beeld (Wandelen op de Champs-Elysees…, 300 el x 50 el x 30 el), steeds ligt aan de voorstellingen eenzelfde tragisch existentialisme ten grondslag: een wereldbeeld waarin de mens zonder kans op slagen vecht tegen de windmolens van zijn bestaan. Toch blijft die naïeve mens proberen om zijn lot te bevechten, tegen beter weten in. De schoonheid van die (ontspnappings)poging is iets wat de Bergmannen fascineert; het is een essentiële component van hun werk en een noodzakelijke pendant die het donkere mensbeeld draaglijk maakt.
FC Bergman bouwt in zijn werk consequent een aanzienlijke marge aan onvoorspelbaarheid in, het gezelschap zet onmogelijke constructies op, flirt met de grenzen van het denk- en haalbare. Dat uit zich in de brutale acteerstijl en in het werken met dieren, kinderen of amateurs. Het duidelijkst vertaalt het opzoeken van het gevaar zich misschien nog in de consequente keuze voor locatietheater. Zelfs wanneer de voorstellingen in de schouwburg spelen, wordt die bespeeld en uitgebroken als was het een locatie.
De voorstellingen van FC Bergman zijn collageachtig in hun opbouw en eclectisch qua inspiratiebronnen – van Camus tot Walt Disney, van Lars von Trier tot Pina Bausch, van pornografie tot Bijbel en alles daartussenin. Zelf bestaat FC Bergman dan ook uit zes verschillende persoonlijkheden met de meest uiteenlopende eigen projecten, gaande van film over beeldende kunst tot theater en televisie.
In 2015 maakten ze de locatievoorstelling Het land Nod: “In de tekstloze sfeerwerking meet FC Bergman zich met de groten: het mystieke naturalisme van Romeo Castellucci, het mistroostige absurdisme van Christoph Marthaler, dan weer de dansante dynamiek van Pina Bausch. Dat geeft Het land Nod visuele grandeur” – Wouter Hillaert in De Standaard ***, 9 mei 2015. De voorstelling wordt in 2016 uitgenodigd voor het Festival van Avignon (FR) en het Zürcher Theater Spektakel (CH). 300 el x 50 el x 30 el wordt in 2016 hernomen in de Bourlaschouwburg.
Met dank aan Evelyne Coussens.