Wanneer ik enkele uren voor aanvang van de voorstelling in Montpellier aankom, heeft de ploeg er al drie dagen tot vroeg in de ochtend gewerkt om het decor (een volledig dorp) op scène na te bouwen. Mijn taak bestaat erin om onder de pijnbomen van het Domaine d’O een gesprek te voeren met de artistiek directeur van het festival over een toekomstige samenwerking. We bespreken hoe Van den vos (het nieuwe project van FC Bergman) en Hamlet vs Hamlet (het nieuwe project van Guy Cassiers) deze inspirerende zuiderse plek opnieuw kunnen aandoen. Zalen worden technisch onderzocht, data worden geprikt. Na de voorstelling wordt de samenwerking beklonken met een glas wijn want het Franse publiek onthaalde de voorstelling vol enthousiasme. Lachsalvo’s volgden op de talrijke beeldende grapjes, stil werd men bij de worsteling van elk individu met het bestaan.
Maar wat ik zo mooi vond, was de lach van Shana. In één van de huisjes op scène woont een koppel met een dochter en een zoon. De dochter zou gespeeld worden door een meisje van zeven jaar maar de Franse administratie weigerde een kind op scène onder de negen jaar. In extremis belde FC Bergman naar de mama van Shana, zij is 23 jaar en lijdt aan het syndroom van Down. Eén keer stond ze voorheen op scène. En nu, na een te korte inwerkingsperiode, speelt ze voor 1700 man. Soms gniffelend, soms serieus, maar vol overgave. Een onweerstaanbaar guitig gezichtje onder een pagekopje. Na de voorstelling is ze niet weg te slaan van de acteurs. Ze amuseert zich kostelijk. Op de terugweg naar het hotel kom ik te weten dat Shana’s echte ouders niet meer leven. Haar moeder, terminaal ziek, heeft een pleeggezin gezocht voor haar en kwam zo bij de nieuwe mama van Shana terecht. Ze is altijd goedgezind, zegt ze, enkel ’s ochtends kan het al eens wat minder zijn. Oprecht blij ben ik met deze hartverwarmende ontmoeting.