De werelden van dansers José en Eleanor hadden nauwelijks meer van elkaar kunnen verschillen voordat ze op de opleiding P.A.R.T.S. in Brussel bij elkaar in de klas kwamen. De Braziliaan José Paulo dos Santos (25) woonde in een favela van Sao Paolo, speelde percussie en deed aan martial arts, volleybal en voetbal. Hij vertelt dat hij in aanraking kwam met dans via een sociaal project in een klein dorp, en werd vervolgens uitgenodigd om gratis danslessen te volgen. Hij deed moderne dans, ballet en street dance en volgde een workshop bij de Iraanse choreograaf Khosro Adibi. Na die workshop wilde José graag naar Europa en Adibi, tevens docent aan P.A.R.T.S., hielp hem aan een plek in de laatste selectieronde van de opleiding. “Ik kwam aan in Brussel voor de auditie en volgde theaterlessen, maar kon geen woord Engels. Dat was heel vreemd en ook lastig, maar ik vond een manier om niet te veel over taal en meer vanuit het lichaam te denken. Deze school zoekt dansers en geen acteurs, bedacht ik me. De directie schreef me dat ik was aangenomen maar dat mijn Engels wel nog wat moest verbeteren. Terug in Brazilië, I studied like hell, drie maanden lang en drie uur per dag.”
Aan de andere kant van de wereld danste de Australische Eleanor (28) tot haar achttiende enkel klassiek ballet. Ze ging in Melbourne naar een balletschool en vertelt dat ze al vanaf jonge leeftijd werd klaargestoomd als balletdanseres. “Op mijn vijftiende koos ik er voor om echt balletdanseres te worden en ging naar een voltijds balletschool, met danslessen overdag en 's avonds school. Maar vanaf mijn achttiende begon ik daaraan te twijfelen. Toen ik bij een klein gezelschap voor kinderen voorstellingen danste, ver weg van de stad, merkte ik dat er nog meer kon en besloot ik te stoppen met ballet. Ik spaarde wat geld, kocht een enkeltje naar Europa en ben toen zes jaar niet meer terug geweest in Australië.” Eleanor ging naar Wenen, waar ze een workshop volgde en voor het eerst van de opleiding P.A.R.T.S. hoorde. “Op dat festival zag ik de afstudeervoorstellingen van zes studenten, en vond het totally wacky. Ik had nog nooit zoiets gezien. In het ene een stuk was iemand een half uur lang aan het headbangen op grungemuziek, in het andere was een meisje enkel aan het huilen. Ik vond het bizar en kon me niet voorstellen wat deze dansers op hun opleiding hadden geleerd, maar ook fascinerend hoe radicaal verschillend de zes voorstellingen waren.” Na een periode van reizen, werken en een studiejaar in Salzburg werd Eleanor aangenomen bij P.A.R.T.S.
Daar voelde ze zich als niet-Europeaan soms heel naïef: “Al die choreografen en gezelschappen die ik moest kennen maar niet kende. Ik had het gevoel dat ik nog veel moest leren over de Europese tradities in dans en theater.” José knikt heftig mee. In de vierjarige opleiding hebben ze zich niet alleen die tradities eigen gemaakt maar vooral zichzelf ontwikkeld als danser, met hun eigen karakteristieken. “Het is een lastig traject, want je worstelt vaak met jezelf en wat je doet. Het gaat erom te accepteren dat je bepaalde gewoontes of neigingen hebt, en in plaats van die te vermijden, ze juist te gebruiken of te doorbreken”, zegt Eleanor.
Is samenwerken met Mokhallad anders dan ze gewend zijn? “Het is ongeveer wel zoals ik het had verwacht”, antwoordt Eleanor. “Mokhallad was vorig jaar komen kijken naar een afstudeervoorstelling van ons – grappig genoeg was dat een voorstelling waarin ik een improvisatie deed van maar dertig seconden en José enkel met zijn ogen bewoog. Maar hij kwam naar ons toe, en uit wat hij toen vertelde over zijn Romeo & Julia, merkte ik al dat het een ander soort proces zou worden dan ik gewend was. Met weinig woorden, en waarin ook veel zou aankomen op onze eigen invulling. Mokhallad is zelf geen danser, en denkt in beelden met een bepaalde sfeer. Voor ons zijn er in de voorstelling een aantal specifieke momenten, landmark moments, waarin het duidelijk is wat Mokhallad wil zien. Daarnaast vullen wij de stukken er tussen zelf in. Dat is een spannende en soms een lastige balans.” “Het is echt een uitdaging”, beaamt José, “want Mokhallad gebruikt veel verschillende stijlen door elkaar. Dat is soms wel zoeken”. “Hij is ook wel een beetje mysterieus”, vult Eleanor aan. Het wordt nog even hard werken, met ruim een week voor de première. Ze kijken ernaar uit, en blijven na Romeo & Julia nog even in België. José repeteert in het najaar bij Rosas aan een herneming van de voorstelling Zeitung, en Eleanor begint in Leuven aan een project van oud-P.A.R.T.S.student Albert Quesada.
Door Roos Euwe