De teksten van Jon Fosse zijn mysterieus en bijna 'kaal'. De karakters zijn tegelijkertijd welsprekend en sprakeloos. Ze zijn naamloos, het zijn bijna archetypen. De klok tikt onophoudelijk, wat verklaart waarom de mens piekert over de dood, gemiste kansen, onvervulde verlangens en over zijn angsten.
Deze ogen (2009) is een van de laatste stukken van Jon Fosse. Met zijn alledaagse maar poëtische taal schrijft Fosse over de zee, de liefde en de dood.
Deze ogen is maar zelden opgevoerd, de eerste keer op het strand in Noorwegen. Een verhaal over de levensloop van de twee mensen, het verhaal van de mensheid op aarde en hoe wij proberen aan de dood te ontsnappen door de natuur te overwinnen. Maar kan dat wel?
JON FOSSE
Fosses grootvader was een Quaker en een pacifist, maar ook een radicale socialist. Fosse nam zelf afstand van het piëtisme, begon in een rockband te spelen en noemde zichzelf atheïst. In het begin van de jaren tachtig spreekt hij over de dood van God als een voorwaarde voor moderne literatuur, ook die van hemzelf. Later noemt hij zichzelf een 'western country author' en benadrukt dat zijn poëzie niet alleen geworteld is in de omgeving en het landschap van het vaderland, maar dat ook de religieuze achtergrond een belangrijke rol speelt. Tegelijkertijd wordt een religieuze dimensie duidelijker uitgedrukt. In een interview beweert hij dat hij zijn eigen schrijven "als een soort religieuze praktijk" ziet.
Zijn teksten zijn zeer geconcentreerd, en het weinige dat van belang is, speelt zich vaak af in een westelijke Noorse kustgemeenschap. Ze zijn meer voorwaardelijk dan verhalend en worden gekenmerkt door een onderscheidend ritme, waarbij dezelfde woorden en zinnen worden herhaald. Fosse benadrukt de voorrang van vorm en schrijven boven inhoud en beweert dat goede literatuur niet wordt gekenmerkt door moraliteit of politiek. Centraal in zijn kijk op literatuur staat de term 'de schrijver'. Grote behendigheid in de taal, muzikaliteit en een uitgebreid gebruik van genuanceerde gevarieerde taalherhalingen kenmerken zijn romans.
In zijn theaterwerk komen we het indringende en betoverende ritme ook tegen in de vorm van herhaalde regels, woordelijk of met kleine variaties. De handeling is tot op het bot gesneden, en het zijn vaak ‘eenvoudige’, niet-intellectuele mensen die optreden. De toneelstukken lijken op kamermuziekstukken die existentiële basisconflicten - eenzaamheid, liefde, jaloezie, vervreemding - aanpakken in een theatrale vorm die zich beweegt op de grens tussen hyperrealisme en absurd theater, met herinneringen aan het drama van Beckett en Pinter.
Jon Fosse heeft een groot aantal onderscheidingen ontvangen voor zijn schrijven, waaronder Gyldendal-prijs 1999, Dobloug-prijs 1999, de Oostenrijkse Nestroy-prijs 2000, de Nordic Dramatic Prize 2000, de ereprijs van de Noorse Culturele Raad 2003, de ereprijs van de Hedda-prijs 2003, de Scandinavische prijs van de Zweedse Academie 2007. In 1998 werd hij erelid van de Noorse Acteursvereniging en 2000 van Det Norske Samlaget.
Fosse werd in 2005 benoemd tot Commandeur in de Orde van St. Olav. Sinds 2001 is hij staatsonderzoeker.
Lees meer in het Store Norske Leksikon.
Beluister de aflevering hier