Onze tijd is uit zijn hengsels

Guy Cassiers licht het Toneelhuisseizoen 2017-2018 toe

In Het kleine meisje van meneer Linh, een verhaal van de Franse schrijver Philippe Claudel dat volgend seizoen in Toneelhuis wordt geënsceneerd, worden twee mannen die elkaars taal niet spreken of verstaan toch de beste vrienden. Een ‘dovemansgesprek’ dat tot empathie leidt. Het is eerder uitzondering dan regel in deze tijd. Het ontbreekt ons nochtans niet aan informatie en duiding over wat er allemaal aan het gebeuren is. Integendeel zelfs. Iedere dag ontwikkelen er zich nieuwe communicatievormen om woorden en beelden met elkaar uit te wisselen. Maar wat zeggen we precies tegen elkaar? Is het wederzijds begrip gegroeid? Zijn we meer ontvankelijk en open geworden? Er is maar weinig dat daarop wijst. 
Onze tijd is uit zijn hengsels, zoals Shakespeare het zo krachtig verwoordt. 

Dat onze wereld grote veranderingen ondergaat, klinkt inmiddels als een understatement. Wat vermag een archaïsch en traag medium als theater daartegen?

Toneelhuis maakt theater omdat het blijft geloven dat een voorstelling een bijzondere en intense vorm van communicatie is. Theater is een van de oudste expressievormen waarin de mens zijn ervaring van zichzelf, van de anderen en van de wereld uitdrukt. Gedurende een korte tijd en op een heel bepaalde plaats wordt een groep van toeschouwers met een collectieve live vertelling geconfronteerd. Die vorm van communicatie en zijn vele varianten wil Toneelhuis blijven uitdragen. 

De theatermakers van Toneelhuis vertalen het ontwrichte ritme van onze wereld in eigenzinnige en onderling erg verschillende voorstellingen. Die artistieke diversiteit is en blijft de rijkdom en kracht van Toneelhuis. 

In JR toont FC Bergman een samenleving gedomineerd door beurstransacties en financiële verrichtingen, waaraan alle andere relaties ten ondergaan. Het verwoestend effect van geld op familierelaties is ook het onderwerp van Poquelin II (STAN & Olympique Dramatique) naar Molière. Het kleine meisje van meneer Linh (in mijn regie), de voorstelling Mother Song en de documentaire Young Baghdad van Mokhallad Rasem gaan expliciet over vluchtelingen – een thema dat binnen Toneelhuis veel aandacht krijgt –  die door oorlog alles verliezen en vanuit een haast onmogelijke rouw opnieuw moeten beginnen. Vergeef ons (in een regie van mezelf) vertelt hoe uit de chaos van verscheurde levens en gebroken relaties toch een nieuwe samenhang kan ontstaan, terwijl PLATINA (Abke Haring) zoekt naar de mogelijkheden van de intieme dialoog in een koppel. De voorstellingen van Benjamin Verdonck zijn evenzovele pogingen om iets van een kinderlijke en verwonderde relatie met de wereld en de dingen terug te vinden. Mokhallad Rasem trekt misschien de ultieme consequentie uit deze noodzaak tot intieme communicatie. Hij brengt theater op een motorfiets naar de mensen, zoals je een pizza brengt naar iemand die honger heeft. Theater als antwoord op een geestelijke honger. Delivery Theatre noemt Mokhallad het. In de twee betekenissen van dat woord. Theater dat aan huis geleverd wordt. Maar ook theater dat geboren wordt. Iedere keer opnieuw. 

Ook de twee nieuwe initiatieven van Toneelhuis – P.U.L.S. en BURO voor Stedelijk Enthousiasme – staan expliciet in het teken van dialoog en ontmoeting: tussen theatermakers over de generaties heen enerzijds en met de bewoners en verhalen uit de nieuwe stad anderzijds. Van de Bourlaschouwburg tot de huiskamer, van de gevestigde makers tot de jonge garde, van klassiek repertoire tot eigentijdse stedelijke verhalen, van teksttheater tot performances: zo breed en divers ziet Toneelhuis de mogelijkheden van theater. In die combinatie blijf ik en alle Toneelhuismakers met mij geloven.

Guy Cassiers