Ze zaten in het holst van de nacht op een oever, ergens in Schelle.
Stijn Van Opstal: “We moeten samen ooit iets doen’, zeiden we tegen mekaar ...”
Sara De Roo: “...bij die aangelegde vijver vol zoetwatervissen.”
Stijn Van Opstal: “...en toen zijn we samen in het water gesprongen.”
Damiaan De Schrijver: “Voor alle duidelijkheid. Ik was daar niet bij.”
Het was na de laatste opnames van De Parelvissers in 2005. Stijn Van Opstal en Geert Van Rampelberg van het collectief Olympique Dramatique en Sara De Roo en Jolente De Keersmaeker van tg STAN maakten samen deel uit van de cast van de televisiereeks. Nu zijn ze opnieuw samen in het water gesprongen, in de vijver die Toneelhuis heet. Een oude droom werd een plan met een datum: seizoen 2013-2014.
Acht jaar later zitten de Olympiquers en de Stanners, aangevuld met Koen De Graeve en Charlotte Vandermeersch, samen aan een lange tafel teksten te lezen. De meesten van hen hebben intussen nog samengewerkt, ook in een reeks als Met Man en Macht. Damiaan De Schrijver van het in 1989 opgerichte tg STAN stond mee aan de wieg van het in 1999 opgerichte spelerscollectief Olympique Dramatique. Hij gaf ze les toen ze nog studenten waren in de opleiding Herman Teirlinck in Antwerpen.
Stijn: “Damiaan was onze bezieler. Zo heette dat toen.” Hij heeft hen nooit een podium moeten opduwen.
Damiaan: “Die vier jongens bruisten van ideeën. Ik deed toen al met hen wat wij met tg STAN altijd gedaan hebben: beginnen met het grondig lezen van de tekst en pas op het allerlaatste moment de scène opgaan, als een risico, met het publiek als getuige. Paniek uitlokken.”
Stijn: “Ik herinner me dat uitstel niet als paniek, maar als groeiende, ontembare goesting om eindelijk te mogen spelen.”
Ze zaten in het holst van de nacht op een oever, ergens in Schelle.
Stijn Van Opstal: “We moeten samen ooit iets doen’, zeiden we tegen mekaar ...”
Sara De Roo: “...bij die aangelegde vijver vol zoetwatervissen.”
Stijn Van Opstal: “...en toen zijn we samen in het water gesprongen.”
Damiaan De Schrijver: “Voor alle duidelijkheid. Ik was daar niet bij.”
Het was na de laatste opnames van De Parelvissers in 2005. Stijn Van Opstal en Geert Van Rampelberg van het collectief Olympique Dramatique en Sara De Roo en Jolente De Keersmaeker van tg STAN maakten samen deel uit van de cast van de televisiereeks. Nu zijn ze opnieuw samen in het water gesprongen, in de vijver die Toneelhuis heet. Een oude droom werd een plan met een datum: seizoen 2013-2014.
Acht jaar later zitten de Olympiquers en de Stanners, aangevuld met Koen De Graeve en Charlotte Vandermeersch, samen aan een lange tafel teksten te lezen. De meesten van hen hebben intussen nog samengewerkt, ook in een reeks als Met Man en Macht. Damiaan De Schrijver van het in 1989 opgerichte tg STAN stond mee aan de wieg van het in 1999 opgerichte spelerscollectief Olympique Dramatique. Hij gaf ze les toen ze nog studenten waren in de opleiding Herman Teirlinck in Antwerpen.
Stijn: “Damiaan was onze bezieler. Zo heette dat toen.” Hij heeft hen nooit een podium moeten opduwen.
Damiaan: “Die vier jongens bruisten van ideeën. Ik deed toen al met hen wat wij met tg STAN altijd gedaan hebben: beginnen met het grondig lezen van de tekst en pas op het allerlaatste moment de scène opgaan, als een risico, met het publiek als getuige. Paniek uitlokken.”
Stijn: “Ik herinner me dat uitstel niet als paniek, maar als groeiende, ontembare goesting om eindelijk te mogen spelen.”
Messen slijpen
Dat is wat ze nu samen doen: lang aan tafel zitten en speeldrift cultiveren door ze uit te stellen. Zeven acteurs, zonder regisseur, op zoek naar een spel.
Om kort samen te vatten:
Sara: “Gepassioneerde mensen met tegenstellingen, met een geloof in autonomie en een gevoel voor verantwoordelijkheid op die scène.”
Damiaan: “Die verantwoordelijkheid zit op alle niveaus van het creatieve. Er moeten keuzes worden gemaakt. Wat spelen we en wie met wie?
Het is een proces van samen messen slijpen.”
Als de Stanners de kracht van de Olympiquers moeten beschrijven luidt dat zo: “Branie, baldadigheid, spelbeesten.” En omgekeerd zegt Stijn Van Opstal: “De voorstellingen van tg STAN zijn veel minder cerebraal dan ze laten uitschijnen. Ook dat zijn spelersvoorstellingen. Ik kijk uit naar het al dan niet dogmatische idee van het niet spelen voor er publiek in de zaal zit. Het doet me wat denken aan de spanning die we toen op school voelden. Met deze bende boezemt me dat geen schrik in. Integendeel, het is een spanning die me enorm aantrekt. De kans om de mist in te gaan is misschien wel mooi, maar het publiek mag wel wat vroeger komen dan op de perspremière. Meningen kunnen, naast al te genadeloos, soms ook ondoordacht zijn, zeker als je daar zo kwetsbaar staat.”
Het gaat erom elkaars talent te waarderen:
Sara:“Wat neerkomt op een nieuwsgierigheid naar mekaar en elkaar graag zien.”
Damiaan: “Toneeltalent is moeilijk te beschrijven. Het is de wil en de persoonlijkheid om met de verbeelding die iemand eigen is, andere mensen te kunnen begeesteren, zowel medespelers als publiek. In producties als De Parelvissers of Met Man en Macht is er al voorwerk gedaan door regisseurs. Het bedje is wat meer gespreid. Nu moeten we voor het stuk dat we samen zullen maken, alles samen gaan verbeelden.”
Stijn: “De basis is wel dat we een repertoirestuk zullen spelen.”
Damiaan: “We gaan het niet schrijven.”
Stijn: “We zijn nu samen toneelstukken aan het lezen. De gesprekken die we daarover hebben, vormen al een voedingsbodem van wat we uiteindelijk zullen doen. We zijn op zoek naar een stuk dat ons drie maanden kan voeden. Dat is evengoed een zoektocht naar wie we zijn.”
Samen kiezen, is al een basis. Samen dingen in de vuilnisbak gooien, een intieme gebeurtenis.
Damiaan: “Het vraagt ook durf om tegen de zeven anderen te zeggen: ‘Willen jullie dit eens allemaal lezen, alstublieft?’ Iedereen visualiseert zich dan zo’n stuk. Charlotte Vandermeersch zegt: ‘Lees die Maria Stuart van Schiller toch eens.’ Iemand anders zegt: ‘Het is nu toch het moment om King Lear te doen.’”
Stijn: “Of lees dat prachtige stuk August: Osage County van Tracy Letts.”
Sara: “Of De vrouw van de zee van Ibsen.”
Damiaan: “Of Het wijde land... En iedere keer de kwetsbaarheid waarmee je een voorstel doet. Want je laat in je kaarten kijken. Het is toch altijd een beetje zoals op de speelplaats vragen aan de andere kinderen: ‘Willen jullie meedoen met mijn spelletje?’”
Sara: “We zijn op zoek naar een gezamenlijke verbeelding.”
Damiaan: “Stijn is een goede handelsreiziger in stukken. Maar je hebt ook het proces waarin je je begint in te beelden hoe je een bepaalde rol zou spelen, en met wie, en welke rol je iemand toebedeelt. Dat is een strategie.”
Sara: “Het is ook leren om iets los te laten als anderen het van tafel vegen.”
Damiaan: “In de strategie van het verdelen van hoofdrollen, moet je ook niet te snel zeggen dat je iets graag doet.”
Stijn: “Misschien is het verdelen van rollen wel het meest intieme gesprek in een collectief.”
Sara: “Een stuk kiezen is een ingrijpende discussie die gaat over wat we relevant vinden en wat onze mening is over de tijd waarin we leven.”
Damiaan: “Misschien is het tijd voor een klucht of moeten we een filosofische voorstelling maken. Als je al een statement wil maken. In de grote Bourla in Antwerpen zijn er allerlei mogelijkheden: van goed vertier en lekker spelen tot: ‘We zullen toch proberen het over iets meer te hebben dan alleen maar een branievolle, speelvogelachtige voorstelling.’ Je wil ook geen politiek pamflet maken.”
Stijn: “Dat zijn prachtige en belangrijke gesprekken. Het kan inderdaad even legitiem zijn om nu een klucht te spelen. Om mensen weer adem te geven.”
Sara: “En zo het onvermogen weer te geven van de mens om er iets meer van te maken dan dat. Nar zijn is ook een manier om dat uit te drukken. Op de barricades gaan staan, kan ook te pretentieus worden. Maar de positie van theater, de positie van Toneelhuis in Antwerpen met dit Antwerps stadsbestuur, het zijn wel heftige dingen. Als het over de stad gaat, ben ik toch ongerust over de uitslag van de democratie. We moeten waakzaam zijn. Met al die vuistslagen naar het theater, heb ik het gevoel dat het sociale weefsel wordt aangetast.”
De keuze voor een coproductie is op zich al een statement.
Stijn: “Nee, dat is geen statement, dat is liefde en nieuwsgierigheid voor elkaar. Of het moest zijn dat dat op zich weer een statement is: kiezen uit liefde.”
Damiaan: “In een tijdperk waarin de relevantie van de kunst in de hoek wordt gedrumd of zoals in Nederland al ‘een hobby van de linksen’ wordt genoemd, moet je jezelf verantwoorden. Er zijn zoveel mensen met een toneelhaat. Het wordt niet beschouwd als een mentaal voedselpakket.”
Stijn: “Ik maak het mezelf wijs dat het zo is omdat mensen het nog niet kennen. Ik ben ervan overtuigd dat er voor eenieder elke avond ergens een voorstelling speelt, die hem of haar volledig zal inpalmen. Ons Vlaams theateraanbod is van een bijna buitenlandse schoonheid. Maar je moet er wel naar op zoek gaan. Het is niet gewoon op een knopje drukken.”
Sara: “Het vertellen van verhalen op scène helpt een maatschappij ook om vooruit te komen. Dat is de reden waarom wij grijpen naar klassieke stukken. Het is een uitnodiging om een oud verhaal anders en opnieuw te zien en zo een nieuwe blik te werpen op de eigen tijd.”
Stijn: “In het theater breng je toneelspelers en publiek – mensen – samen die samen iets beleven. Dat kan helend zijn.”
—
En zo proberen ze nu dingen uit. Aan tafel.
Sara:“Een tekstrepetitie is voor ons een alibi om te kunnen uitzoeken waar de mogelijkheden liggen.”
De Olympiquers zullen naar gewoonte rechtspringen aan tafel om het een en ander al beginnen te spelen.
Sara: “Wij niet.”
Stijn: “Voor ons is het parcours van de tafel tot de speelscène een lange grijze zone. Wij spelen de dingen al te graag. Maar het is zeker ook zinvol om die goesting te onderdrukken. Om dat potje dicht te houden en het alleen te benoemen.”
Damiaan: “Ik sta alleen op van de tafel als ik mijn tekst al begin te kennen. Maar dan meer uit zenuwachtigheid. We wachten tot het publiek er is. Eigenlijk is dat een anticiperen op het gevoel: wat er ook gebeurt: het kan niet fout gaan want wij hebben het nooit gedaan. Zo wordt alles een cadeau. Mensen lopen weg, of je struikelt of een deur hapert of je weet het niet meer... Het is een kans, zeggen we dan, het is een kans.”
Interview door Anna Luyten