Moore Bacon! kreeg eerder dit jaar al de IYMA-Award én Het Debuut Award op het ITs festival in Amsterdam: “De performance daagt het menselijke lichaam dusdanig uit dat het lijkt te ontsnappen aan zijn fysieke beperkingen. We werden gegrepen door de pure eenvoud van het idee dat zich gedurende de voorstelling toch steeds verder ontwikkelt. Moore Bacon! is een buitengewone ontmoeting tussen beeldende kunst en theater.” - juryverslag ITs festival
Voor deze poëtisch-visuele voorstelling laten Provoost en Chielens zich inspireren door het oeuvre van beeldend kunstenaars Henry Moore en Francis Bacon. “Het lichaam wordt abstracte vorm en gaat een acrobatisch duet aan met de duisternis van de ruimte en een subtiel lichtspel. (…) Als kijker word je voortdurend op het verkeerde been gezet, begoocheld en verward. Wat je niet ziet laat genereuze ruimte voor de verbeelding. (…) Het lichaam op scène is als een levende sculptuur die noodzakelijkerwijs ontmenselijkt wordt; om zich telkens weer in een compleet nieuwe vorm te tonen. Niets is wat het lijkt: alles beweegt, transformeert, bevreemdt. (…) Luid applaus voor de maturiteit en de originaliteit van de makers. Moore Bacon! is een unieke en onvergetelijke ontmoeting tussen performance en beeldende kunst. Bosse Provoost en Kobe Chielens, onthoud die namen.” – Bieke Purnelle in TAZette
Uit het juryverslag TAZ:
“Bosse Provoost en Kobe Chielens brachten ongetwijfeld de meest affe en gefocuste voorstelling binnen de selectie jong theater. Moore Bacon! neemt twee grote kunstenaars als inspiratie en dat houdt een groot risico in, maar ze halen die lat moeiteloos. Organisch lichaam en object, donker en licht, zwaarte en lichtheid, stilte en geluid worden ingezet in intrigerende bewegende tableaus. Meer dan louter vormstudie is er niet alleen nagedacht over hoe je iets op scène zet, maar ook en vooral wordt er op slimme wijze geanticipeerd op hoe de verbeelding van een toeschouwer werkt. Is Moore Bacon! een ongelofelijk sterke voorstelling, ze is tevens bijzonder fragiel en kan slechts bloeien in de beste publieks- en technische omstandigheden.”