Hoe voelde het om opnieuw in een opvangcentrum te verblijven?
Het was confronterend om terug te zijn. Sommige gebeurtenissen binnen de muren van een opvangcentrum zijn best heftig. De herinneringen die deze residentie opriep, zijn niet tegen te houden. Tegelijkertijd groeide mijn fascinatie voor de absurditeit van het ritme op deze plek. Het staat zo ver af van het ritme van de buitenwereld. Alles schiet hier ook een beetje alle kanten op: situaties, mensen en emoties wisselen elkaar constant af. Het ene moment is er verveling, het andere actie. Er is begrip, dan weer ruzie. Blijheid slaat in de kortste keren om in verdriet.
Die absurditeit heeft zijn wortels in de onzekerheid. Niemand in huis weet wat er in het verschiet ligt. Er is geen duidelijkheid. Er zit niks anders op dan wachten. De bewoners hebben het gevoel dat ze op een kruispunt zonder richtingwijzers staan. Welke kant moeten ze uit? Een vervaagd tijdsbesef en angst bepalen het ritme in een opvangcentrum.
Wat wilde je bereiken met de residentie?
In de eerste plaats deed ik onderzoek voor mijn voorstelling Zielzoekers. De verhalen en de belevenissen in het opvangcentrum vormden de inspiratiebron. Daarnaast liep ik al een tijdje rond met de idee om vanuit mijn eigen ervaring als asielzoeker iets te betekenen voor zij die nu in dezelfde situatie zitten. Tijdens mijn verblijf bood ik een luisterend oor aan. Wie wil kon z’n verhaal kwijt. Ik wilde de mensen steunen door een steen te leggen waarop ze het fundament van hun nieuwe leven kunnen bouwen. Een fundament van hoop en vertrouwen. Het is mijn wens om hen wat positiviteit over de toekomst te brengen.
Is er dan een reden om positief te zijn?
Voor de bewoners staat het woord ‘papier’ symbool voor geluk. Ze geloven dat alles anders wordt eenmaal ze de verblijfspapieren in handen krijgen. Dat ze dan gelukkig zullen zijn. Sommigen zijn daar zo hard mee bezig dat ze helemaal blokkeren. Zo is er een vrouw die al twee jaar in opvangcentra verblijft en er maar niet in slaagt om de taal te leren. De onzekerheid om die papieren heeft haar totaal in de greep. Ik wil die mensen laten inzien dat geluk niet louter afhankelijk is van papieren, van externe omstandigheden alleen. Dat je je geluk zelf moet maken. Dat je de aangeboden kansen hier met beide handen moet grijpen.
Zelf zie ik ondertussen ook een hele mooie kant van het leven in een opvangcentrum. Waar vind je nog een plek waar er een sociale mix van verschillende mensen vredig samenwonen? Waar men er, met goede en slechte momenten, in slaagt om harmonieus samen te leven? Waar iedere taal, cultuur, identiteit en eigenheid gerespecteerd wordt? Bekijk je deze gemeenschap vanuit een positief perspectief dan zie je de ark van Noah. Meer zelfs: Utopia.
De bewoners hebben vooral heimwee naar wat ze achterlieten. Hun thuisland, dat is of was Utopia.
Klopt, maar hoe pijnlijk ook, pas als ze dat verleden voor een stuk loslaten, zullen ze een toekomst kunnen opbouwen. Ze moeten als het ware hun eigen systeem resetten.
De bewoners zeiden me allemaal: “Mokhallad, het eten hier is niet lekker”. “Is dat zo,” daagde ik hen uit, “of is het de herinnering aan het eten uit je thuisland die je blokkeert om de Vlaamse kost te waarderen?” Het was dat laatste. Ik stelde: “Je hebt een stap gezet in je leven. Nu moet je deze nieuwe wereld proberen te begrijpen.” Toen ik dat zei, zag ik tranen in hun ogen. Ik begrijp heel goed dat het tijd vergt om zoiets te aanvaarden. Ik vergelijk hen vaak met een huis dat op slot werd gedaan en erop wacht opnieuw geopend te worden. En toch zijn zij zelf de sleutel.
In een interview met Etcetera zei je ooit “ik wil niet over politiek praten. Ik wil gewoon op een podium staan”. De problematiek waarover je je buigt met Zielzoekers komt nochtans heel dicht in de buurt van politiek.
Het is mijn verantwoordelijkheid als kunstenaar om een stem te geven aan deze mensen en hun portret te tonen aan de wereld. Ik voel niet de behoefte om op de barricades te gaan staan. Met Zielzoekers – en met mijn andere voorstellingen trouwens ook – wil ik vooral een menselijk verhaal brengen, geen politiek verhaal. Ook al zijn deze verhalen wel degelijk het gevolg van politieke beslissingen.
Je speelt de voorstellingen in kerken, ook al zo’n beladen plek.
In een kerk worden zielen geboren en gaan ze naar de hemel. Een kerk is een rustpunt voor zielzoekers. Iedereen is er gelijk. In gebedshuizen heerst menselijkheid. Of het nu een kerk of een moskee is. Die menselijkheid is universeel. Hoeveel priesters hebben in Europa hun kerk opengezet om er vluchtelingen te slapen te leggen? Dat heeft niks met religie te maken, maar met respect en medeleven voor de medemens.
Zal de voorstelling herkenbaar zijn voor de mensen met wie je hebt gesproken? Zullen ze zichzelf erin herkennen?
Ik wil een voorstelling maken waarin iedereen zich kan herkennen. Er zullen wel geluidsopnames van interviews met bewoners aan te pas komen, maar de voorstelling zal vooral een nieuw verhaal zijn. In mijn voorstelling wil ik een eigen wereld creëren. Een wereld waarin fantasie en tijdloosheid het ritme bepalen. Is dit het heden of de toekomst? Realiteit of verbeelding? Een droom of een nachtmerrie? Iedere toeschouwer mag er een eigen betekenis aan geven. Iedere mens is tenslotte een ‘zielzoeker’ en wat de ziel betekent, is voor iedereen anders.
Marlies Corneillie
Première op 26 april 2017 in Menen, van 3 t/m 6 mei 2017 in Tielt en van 10 t/m 14 mei 2017 te zien in Antwerpen. Alle verdere info over Zielzoekers vindt u hier.
productie Theater Malpertuis / coproductie Toneelhuis, CC De Steiger en Rode Kruisopvangcentrum Menen / concept en spel Mokhallad Rasem / videomontage Mokhallad Rasem en Paul Van Caudenberg / dramaturgisch advies Piet Arfeuille / met dank aan De Meense diensten Integratie en Noord-Zuid