Vanwaar de titel?
Abke: Song#2 moet je lezen als ‘lied voor twee’.
Waarom een lied?
Abke: Een lied heeft een gebalde structuur, daar hou ik van.
Kunnen jullie zingen?
Abke: Nee.
Benjamin: Ik zing graag.
Waarom wil je met Abke werken?
Benjamin: Ik heb haar geïnterviewd voor Toneelg(e)ruis. En ik was ondersteboven van haar antwoorden.
Wat herinner je je van dat gesprek?
Benjamin: Ik vroeg van welke schrijver ze het meeste houdt. Zij zucht en antwoordt: “Ik lees fotoboeken.”
Abke: Ik blijf hangen op een bladzijde omdat ik de details wil begrijpen. Maar ik blijf proberen. Ik vind het een van de mooiste dingen als iemand goed kan lezen.
Waarom wil je met Benjamin werken?
Abke: Hij kan het goed uitleggen.
Benjamin: Tijdens de repetities van Middenin de nacht heb ik Abke opnieuw ontmoet. Haar humor herinnerde mij aan de periode dat ik in Amsterdam repeteerde met Dood Paard. Ik heb toen heel veel gelachen.
Naar de voorstelling wordt uitgekeken als een ontmoeting tussen twee erg verschillende makers.
Samen: Het is geen ontmoeting.
Benjamin: Het is altijd een ontmoeting. We maken samen een voorstelling. Zoals je dat altijd doet.
Abke: Benjamin spreekt zijn publiek vaak rechtstreeks aan, letterlijk. Ik maak een sfeer, een toestand, die ik mijn publiek voorleg. Ik wil graag horen hoe mijn woorden klinken als Benjamin ze zegt.
Is de tekst er eerst?
Benjamin: Dat hebben we niet zo afgesproken.
Abke: Ik heb tijd nodig om te schrijven. Dus misschien komt Benjamin wel eerst met iets aanzetten.
Benjamin: Ik zou niet uitsluiten dat ik ook iets schrijf. Al weet ik dat nooit op voorhand
Ik schrijf bij de gratie van het moment. Het lukt of het lukt niet. Abke: Een erg vaag antwoord.
Staan jullie met twee op scène?
Abke: Voorlopig wel, maar Benjamin wou de mogelijkheid open houden voor een derde speler.
Benjamin: Een ding, een spelersding, een mensobject, een meisjesvod. Abke: Geen man.
Benjamin: Ik wist dat je dat ging zeggen. Geen man, nee. Jij brengt Senjan al mee.
Senjan Jansen maakt het geluidsontwerp. Nog medespelers?
Benjamin: Iwan Van Vlierberghe die al jaren de technische coördinatie van mijn werk op zich neemt.
Heeft hij ook artistieke impact?
Benjamin: Natuurlijk.
Maar wat moet ik me nu voorstellen bij jullie nieuwe werk? Mag ik vragen waar de voorstelling over zal gaan?
Samen: Natuurlijk.
Abke: Benjamin, jij sprak me vannacht over een beeld dat je had bedacht. Benjamin: Vertelde ik je over het landschap?
Abke: Het landschap? Het was iets met de seizoenen.
Benjamin: Het is een hoop bergen met wat huisjes waarachter de zon schijnt, de maan. Waar het waait, regent, sneeuwt, bot, bloesemt en kapotvriest.
Abke: De jaargetijden, de vier jaargetijden.
Benjamin: Ik zag zoiets gebeuren heel de voorstelling lang achter ons. Dat ze er gewoon zijn, die jaargetijden.
Abke: Ik hoor een taal die mensen in 3015 spreken als ze over nu vertellen. Benjamin: Zie je, dat bedoel ik.
Als ik jullie voorstelling in één zin moet beschrijven?
Abke: Dat is een tantaluskwelling. Benjamin: Een Sisyfusarbeid.
Benjamin: Aftje Haring en Benjamin Verdonck maken Song#2, een zorgvuldige voorstelling.
Abke: Appje, het is appje.
Benjamin: Het gaat iets treurigs zijn. Een zwanenzang. Ik wil graag beginnen met Money for Nothing van de Dire Straits en vervolgens het hele decor kort en klein slaan.
Abke: Een convectie. Benjamin: Laat maar.
Hebben jullie veel gemeen?
Abke: In zorgvuldigheid kan ik me wel vinden.
Hoe dan?
Benjamin: Zorgvuldig is zorg dragen voor. Dat is een toewijding. Dat is iets warms. Abke: Warm? Zorgvuldig is het hart van een stervend dier uitsnijden. Het gaat over scherpte, messen, over pijn wegsnijden en dat laten zien.
Benjamin: Dat bedoel ik.
Abke: Voor mij is zorgvuldigheid heel precies de wonde in woorden laten zien. Benjamin: Zorgvuldigheid als in ‘zorgen voor’.
Abke: ... als in ‘afmaken’...
Interview door An-Marie Lambrechts