Bart: “Half elf zomeravond draait om Maria die op reis is met haar man, haar beste vriendin en haar dochtertje. Het gezelschap is onderweg van Frankrijk naar Madrid. Een gigantisch onweer dwingt hen tot een noodstop in een Spaans stadje. Daar wordt een klopjacht gehouden op een Spaanse jongeman, Rodrigo Paestra, die net die dag zijn vrouw en haar minnaar heeft vermoord. In de broeierige sfeer na het onweer kruist het pad van Maria dat van Rodrigo...”
Bart: “Als ik zo’n bewerking maak, dan ben ik eigenlijk al met de regie bezig. Ik heb dan al een beeld van waar het personage kan stilvallen, of waar ze weer kan opveren. Of ook: hier wordt het geestig. Ik heb geprobeerd om meer ‘sap’ uit Duras’ tekst te knijpen. Duras is geen vrouw van de lach en het stuk mag zeker geen komedie worden, maar er zitten voor mij wel momenten in waar het geestig en luchtig kan zijn. Omdat de situaties soms gewoon geestig zijn. Maar het verhaal als geheel is tragisch, het brengt ons naar het punt waar twee mensen afscheid nemen van wat ze samen hadden.”
Bart: “Ik zou willen dat de toeschouwer meemaakt hoe pijnlijk de weg kan zijn naar het moment dat een relatie tussen twee mensen eindigt, maar dat hij of zij tegelijk ook meekrijgt dat het leven daarmee niet stopt. Dat er toch een kracht of energie vrijkomt die kan leiden naar iets nieuws. Als toeschouwer vul je dat in met je eigen geschiedenis. Half elf zomeravond eindigt voor mij in elk geval niet met een dichtslaande deur.”
Bart: “Het is voor mij belangrijk dat de personages van vlees en bloed zijn, en niet ijl. Ik vind de crisissen zoals Duras ze beschrijft enorm interessant maar ik wil daar tegelijk ‘een stamp’ tegen geven en het omzetten naar iets tastbaars.”
Bart: “De Cassavetes-aanpak die we ons hadden voorgenomen blijft ook nu na die eerste werksessies overeind. We willen de problematiek van een vrouw die drinkt ook echt aangaan op scène. Het personage van Maria springt van de hak op de tak, ze heeft een zeer grillig parcours, en daar willen we ook voluit voor gaan. Je moet als toeschouwer iets meemaken. Je moet alle kanten van die vrouw te zien krijgen, zowel de vreugde als het verdriet... Theatraal zal het alleszins zijn.”