Hamlet is voor Tom Lanoye in alle opzichten een ‘tussenfiguur’. Hamlet is oud en intelligent genoeg om de machtsverhoudingen aan het hof te zien, maar hij bezit nog steeds de zuiverheid om zich daar bij voorbaat en principieel tegen te verzetten. Hij wordt voortgestuwd door de hooggestemde Sturm und Drang van iedere jonge generatie, maar tegelijk geeft hij zich rekenschap van alle gevolgen van zijn daden. Hij kijkt met afschuw naar wat er rondom hem gebeurt, maar zijn verbeelding houdt hem een tijdlang overeind. De onzekerheid die hem verscheurt, verwordt echter tot vertwijfeling en verlamming. Verontwaardiging, vrees, overmoed, onmacht, zelfhaat…: al die gevoelens vechten om de bovenhand. Hamlet is melancholisch én cynisch tegelijk — twee keer vroegoud. Alleen zijn verbale energie blijft onverminderd sprankelen, tot ook die uiteindelijk aftakelt…
In Hamlet vs Hamlet tonen Lanoye en Cassiers hoe een jonge generatie (Hamlet, Ophelia, Laërtes) er niet in slaagt een alternatief te creëren voor de verrotte wereld van hun ouders (Claudius, Gertrude, Polonius). Hamlet verliest zich in zijn onmacht en in de idealisering van zijn dode vader. Ophelia loopt verloren, heen en weer geslingerd tussen de begeerte van haar vader, haar broer en Hamlet. Laërtes gaat ten onder aan zijn mateloze destructieve dadendrang.
Lanoye en Cassiers verbeelden een samenleving die door buitenlandse vijanden wordt bedreigd, maar in de eerste plaats ten onder gaat aan paranoia, incestueuze verlangens en morele implosie. De wereld van Elsinor, het kasteel waar Hamlet woont, wordt een spiegelpaleis zonder uitgang, waarin alles zich tegen iedereen keert. En waarin Hamlet in de eerste plaats met zijn eigen schimmen vecht. Hamlet vs Hamlet.