Hoe zou je je werk omschrijven aan iemand die je nog nooit eerder aan het werk zag?
Thomas: “Het is altijd moeilijk om zelf een sluitende beschrijving van je eigen werk te maken, dat is meer iets voor theaterwetenschappers en critici. Maar hierbij een poging: in de eerste plaats maken we voorstellingen met een voorliefde voor existentiële thema's. We zien de mens als een wezen dat tegen beter weten in blijft geloven in de maakbaarheid van zijn leven, en bij uitbreiding de wereld. We ervaren een enorme schoonheid in de wijze waarop diezelfde mens telkens opnieuw tracht vorm te geven aan zijn leven, maar daarin keer op keer gedoemd is om te falen. Het is niet zozeer dat falen maar wel het blijven najagen van de droom, dat ons diep ontroert. Daarnaast zijn onze voorstellingen meestal opgevat als een woordeloze beeldensymfonie die hopelijk alle zintuigen aanraakt. We hopen zo een taal te spreken die aan het verstandelijke begrip voorbijgaat, een taal die het hart verstaat.”
Je producties zijn het resultaat van een nauwe samenwerking. De ‘FC’ in je naam verwijst naar de ‘collectieve geest’. Wordt elke stap, elk idee in je toneelgroep gemeenschappelijk uitgewerkt of hoe zou je het artistieke proces omschrijven?
Thomas: “Door de eerder grote schaal van onze voorstellingen is het onmogelijk om elk idee of beslissing gezamenlijk te maken. Binnen ons gezelschap is er tijdens elke fase van het maakproces een niet-uitgesproken hiërarchie tussen de verschillende leden van FC Bergman, maar tegelijkertijd is er ook een gezonde dosis anarchie om die hiërarchie op zijn kop te zetten.
Het collectieve zit in het feit dat we werken zonder één leider. En dat we de globale koers van ons gezelschap samen uitstippelen en dat we bovenal samenwerken vanuit een groot geloof en vertrouwen in de verschillende talenten van de zeer verschillende leden van het gezelschap. We vinden elkaar in het koesteren van die rijkdom.
Ons werkproces verschilt van voorstelling tot voorstelling. We vertrekken altijd van uit één inspiratiebron, meestal een werk uit de brede kunst- en cultuurgeschiedenis. Het is een katalysator die onze verbeelding in werking zet. In het geval van 300 el x 50 el x 30 el was dat het Bijbelse verhaal van de Ark van Noach.
Het vervolg is een lange periode met brainstormsessies gaande van het intuïtief creëren van beelden tot het ontwikkelen van een sluitende dramaturgie. Soms mondt dit denkproces uit in een volledig uitgeschreven scenario, soms laten we meer ruimte over voor ontdekkingen in de repetitieruimte. In een laatste fase proberen we de bedachte scènes, personages en beelden tot één geheel te smeden.”
De titel van jullie productie – 300 el x 50 el x 30 el – verwijst naar het Bijbelse verhaal van de Ark van Noach in het Oude Testament. Daar staat geschreven: ‘God zag hoe bedorven de aarde was, want alle mensen op de aarde waren het verkeerde pad ingeslagen. […] God beval Noach een ark te bouwen van driehonderd el lang, vijftig el breed en dertig el hoog (300 el x 50 el x 30 el) om te ontsnappen aan de ellendige wereld.’ Is dit de atmosferische staat van de wereld zoals die in het verhaal van Noach beschreven wordt en die terugkeert in je voorstelling? Heb je een gelijkaardig beeld (van de huidige staat) van de wereld zoals God in het verhaal van de ark van Noach?
Thomas: “Deze manier van naar de wereld kijken vind je zeker terug in 300 el x 50 el x 30 el. Het is de bril waardoor onze verschillende personages naar hun leven en de wereld kijken. Wijzelf, als scheppers van deze personages, kijken een stuk minder pessimistisch tegen de wereld aan. Wij hebben vooral veel mededogen en begrip voor onze angstige personages die elke op hun manier het gevecht tegen hun zondige natuur aangaan.”
Hoe zou je de ondertitel, ‘Een theatervoorstelling over dingen die je niet kan zien’, verklaren, eveneens met het oog op dezelfde referentie naar de Bijbel?
Thomas: “Om eerlijk te zijn weten we zelf niet zo goed waar die ondertitel vandaan komt. Hij is waarschijnlijk door de jaren heen aan de titel toegevoegd. Vermoedelijk is het een verwijzing naar de manier waarop de voorstelling geconcipieerd is. Waarbij een camera als een soort van voyeur via de achterkant de interieurs van de huizen filmt. En zo het publiek inkijk geeft in de geheimen van de verschillende bewoners die normaal gezien achter de gevels verborgen blijven.”
300 el x 50 el x 30 el is dit seizoen nog te zien in Marseille, Théâtre La Criée op 21 & 22 maart en op 29 & 30 mei in Onassis Cultural Centra, Athene.