Patrick Janssens: “Benjamin is iemand die de brug geslagen heeft tussen wat je hoge en lage cultuur kan noemen, kunst met een grote K en met een kleine k. Het is een onderscheid dat in het werk van Benjamin niet bestaat. Ik zag voor het eerst hoe hij werkte toen hij in een boomhut op het Sint-Jansplein woonde en van daaruit de interactie met de buurtbewoners aanging. Dat was voor mij een echte eyeopener. Je moet niet noodzakelijk de mensen van het Sint-Jansplein in Toneelhuis krijgen, het is eigenlijk veel interessanter als het Toneelhuis naar het Sint-Jansplein gaat, dan worden er enorm veel dingen mogelijk. En dat is de manier waarop Benjamin vaak te werk gaat. Als je kijkt naar wat Benjamin in de openbare ruimte doet, dan vallen die tegenstellingen tussen hoge en lage cultuur weg. Hoe moeilijk dat soms lijkt in theoretische discussies, zo makkelijk doet Benjamin dat in de praktijk op zijn ontwapenende, bijna kinderlijke manier. Omdat Benjamin de openbare ruimte gebruikt zoals ze moet gebruikt worden, als een plek die van iedereen is, een plek waar de stad tot leven komt, een plek waar de stad stad wordt, daarom vind ik dat Benjamin de cityLaboprijs dit jaar absoluut verdient.”
Omdat Benjamin Verdonck twee dagen nadien première had van zijn voorstelling notallwhowanderarelost, nam zijn zoon Arno Kempynck de prijs in ontvangst en sprak hij ook een kort dankwoordje uit namens Benjamin. Hierbij de tekst van zijn dankwoord:
“Benjamin kan hier vanavond niet kan zijn omdat hij binnen twee dagen première heeft van een nieuwe voorstelling met de titel notallwhowanderarelost. In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden is hij behoorlijk verloren gelopen de laatste dagen. Het is een voorstelling met heel veel touwtjes en die geraken voortdurend in de knoop, waardoor hij behoorlijk onrustig wordt en de aandrang voelt om door te werken. Vandaar dat het onmogelijk voor hem is om vanavond hier te zijn. Hij heeft gevraagd of ik in zijn naam de prijs in ontvangst wil nemen wat ik hierbij met plezier doe en ook gevraagd in zijn naam een klein dankwoord uit te spreken.
Het spijt hem uiteraard hier niet aanwezig te kunnen zijn, al was het maar om de ongetwijfeld mooie speech van Patrick Janssens te mogen horen. Het doet hem enorm veel genoegen erkenning te krijgen van een organisatie als Antwerpen Averechts en zeker voor zoiets als engagement voor de stad waarin hij woont.
Hij zou graag Toneelhuis Antwerpen en KVS Brussel bedanken, die zijn werk al jaren structureel ondersteunen en zonder wiens steun en toewijding het realiseren van zijn werk veel ingewikkelder geweest zou zijn. In het bijzonder zou hij twee mensen willen danken die al jarenlang met hem samenwerken en die momenteel ook de touwtjes aan het ontwarren zijn in Brussel met hem: Iwan Van Vlierberghe en Sven Roofthooft. En tenslotte zijn familie Valentine, Rozanne, Gille en Arno die niet alleen een onuitputtelijke bron van inspiratie en plezier en liefde zijn maar ook de ruimte en bij wijlen geduld kunnen opbrengen om hem te laten doen wat hij zo nodig denkt te moeten doen.
Een welgemeende dank u dus uit zijn naam.
Hij wou graag dat ik zou besluiten met de volgende woorden van Hans Faverij:
deze hier maakt een buiging
naar waar niets is
pakt het touw op
rolt het touw op
blaast de letters weg
en gaat zelf ook weg”