Indien April een ondertitel zou moeten krijgen, dan is ‘een pleidooi voor nuance’ geen slechte keuze. De titel van het stuk verwijst naar de naam van de Amerikaanse ambassadrice in Irak van 1988 tot 1990, April Glaspie. Op 25 juli 1990 heeft zij een gesprek met Saddam Hoessein, de president van Irak, waarbij ook Tariq Aziz, de toenmalige Iraakse minister van buitenlandse zaken en vice-premier aanwezig was. Enkele dagen later valt Irak Koeweit binnen.
Willem de Wolf brengt drie personages samen: April Glaspie, de Amerikaanse ambassadrice in Irak van 1988 tot 1990; Tariq Aziz, Iraakse minister van buitenlandse zaken en vice-premier van Irak in diezelfde periode; en een journalist die de waarheid over wat er gezegd is tussen April en Saddam wil achterhalen. Maar de ontmoeting tussen het drietal zoveel jaren na datum is fictief en zelfs onmogelijk: Tariq Aziz is in 2015 overleden in Amerikaanse gevangenschap, April Glaspie heeft na haar verklaring voor het Amerikaanse congres in 1991 nooit meer gesproken over haar ontmoeting met Saddam Hoessein. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat het hele stuk zich in het hoofd van April afspeelt.
Nochtans zijn de feiten zeer reëel. Op 17 januari 1991, een half jaar na de invasie van Saddam Hoessein in Koeweit, valt een internationale coalitie onder leiding van de VS Irak aan met de bedoeling Koeweit te bevrijden. De Eerste Golfoorlog is een feit. Hij duurt tot 28 februari en verandert de wereld fundamenteel. Het schema van de Koude Oorlog wordt vervangen door dat van de ‘clash of civilisations’. De 24/7-berichtgeving over deze oorlog heeft daarnaast de perceptie van de internationale conflicten door de media voorgoed veranderd.
Het is dit jaar precies dertig jaar geleden dat de Eerste Golfoorlog plaatsvond. Die verjaardag heeft opvallend weinig aandacht gekregen in de media. Nochtans was die oorlog een van de cruciale gebeurtenissen van het einde van de twintigste eeuw. Hij heeft de wereldorde ingrijpend gewijzigd en is mee verantwoordelijk voor de gespannen verhouding tussen het Westen en de Arabische wereld en het vele geweld dat daaruit is voortgekomen.
De aanwezigheid van Amerikaanse troepen in Saoedi-Arabië tijdens de Eerste Golfoorlog zet veel kwaad bloed in de moslimwereld en voedt de haat van extremisten tegen het Westen. Dat zal uiteindelijk leiden tot aanslagen van al-Qaida op onder andere New York, Londen en Madrid. De VS beschuldigen Saddam Hoessein (ten onrechte) van het bezit van ‘massavernietigingswapens’ en vallen in 2003 Irak opnieuw aan om meer militaire greep op het Midden-Oosten en zijn oliereserves te krijgen. Deze Tweede Golfoorlog ontwricht het land en de hele regio. Een bloedige burgeroorlog breekt uit en die maatschappelijke en politieke chaos leidt tot het ontstaan van de terreur van IS en het Kalifaat, die niet alleen in het Midden-Oosten maar ook in Europa voelbaar is.
Met April heeft Willem de Wolf geen stuk willen schrijven over hoe het nu werkelijk zat in 1990, wie gelijk had en wie niet, wie de goeden en wie de slechten waren. De tekst houdt zich ver van een historische reconstructie en nog verder van een moreel oordeel. De Wolf zoekt naar een ander perspectief. Zowel April Glaspie als Tariq Aziz speelden een belangrijke rol in het conflict, maar waren tegelijk ook buitenstaanders. Zij was de eerste vrouwelijke Amerikaanse ambassadrice in de Arabische wereld, hij behoorde tot de Chaldeeuwse religieuze minderheid in Irak. Zij sprak vloeiend Arabisch, hij had Engelse literatuur gestudeerd. Hun gesprek had heel anders kunnen verlopen dan het deed.
In het stuk van Willem de Wolf en de enscenering van Guy Cassiers krijgt de dialoog opnieuw een kans. April Glaspie, Tariq Aziz en de journalist doen alsnog een poging om het gesprek tussen het Westen en de moslimwereld, tussen de media en de politiek gaande te houden. Misschien is ‘een lofzang op de diplomatie’ ook een geschikte ondertitel?
De voorstelling blijft weg van de polariserende en de agressieve retoriek die de hedendaagse politiek en het actuele maatschappelijke debat beheersen. April Glaspie, Tariq Aziz en de journalist praten over de media en de vooroordelen, over loyauteit en diplomatie, over de rol van instellingen en anonieme onderhandelingen achter de politieke schermen. Ondanks onderlinge spanningen, subtiele provocaties en gewiekste manipulaties, doen ze dat met een opvallend respect. Langzaam krijgt het door de westerse media genegeerde of vervormde Arabische perspectief toch een kans. Misschien dat we aan het einde van de voorstelling een beetje minder Engels en een beetje meer Arabisch kijken dan aan het begin ervan?
- Erwin Jans