“Die lampjes staan nog aan, die andere lampjes. Dat maakt niet uit.”
Op het podium staat niet meer dan een formicatafel met vier stoelen.
“De stoelen staan te wijd.”
Er klinkt bezwerende elektronische muziek. Op één van die stoelen zit Abke Haring die teksten voor zich uitspreekt.
tot over alles
de bomen reikt het vuur
goud likkende tongen
dik en zwaar
zonder twijfel zonder haast
een kerk van vlammen hoog
het dak van vlam gevatte klimop
de treden van de noodtrap verborgen in zwaar donker groen
zwart brandende bloesem over de exit hangend
gesmolten drang
rechtdoor vooruit zien
meer weten
krachtig doorstoten
richting kiezen
is nu tanend
een slapende onderstroom
geen trouw rechtdoor te bekennen
Het idee voor de voorstelling ontstond anderhalf jaar geleden. Er was een plekje vrij in de agenda van het Toneelhuis in Antwerpen, het gezelschap waar Abke in dienst is.
“Dat heb ik opgeëist. Ik heb gezegd dat ik weer zelf iets wil maken in die paar maanden die vrij waren. En dat zonder veel geld.
Ik zat toen heel veel in New York, want mijn man woont in New York. Ik wilde een voorstelling maken over de patronen die ik daar zag, letterlijk de bewegingspatronen. Alle mensen die oversteken op een kruispunt. Daar in New York zijn het er vijftig in plaats van drie hier. Het is dus een enorme bewegingsvertelling, die maar doorgaat. En die wilde ik graag vastleggen. Kijken of ik dat zou kunnen in mijn eentje, het patroon dat we allemaal doen. Een dag van heel veel mensen laten zien in mijn eentje.
Ik ging echt trainen en dat soort dingen, dat had ik in mijn hoofd. Maar toen werd ik zwanger en is het uitgesteld, want deze voorstelling zou ik dan spelen als ik net bevallen zou zijn. Dat kon dus niet.
En toen werd het langzamerhand een net ander patroon. Het werd meer een patroon in het hoofd. Plots had ik woorden nodig. Dan ben ik gaan schrijven en heb ik alle patronen in zinnen proberen te vatten. Alle patronen die je in je hoofd doet. Zo is het tot stand gekomen. Nu probeer ik heel veel verschillende patronen in heel veel verschillende hoofden uit te spreken.”
UNISONO heet de voorstelling. Dat is een term uit de muziek. Het betekent dat verschillende instrumenten of stemmen dezelfde toon produceren. De tekst van Abke bestaat uit flarden gesprekken, gebeden, gedichten en dagelijkse wissewasjes. Verschillende registers in één stem.
onmacht
oneffen daglicht op een labiel lichaam
inzicht
uit het oog verloren
wat te doen zonder vermogen
vaardigheid
doorzicht
of stuwkracht
stilliggen
lam blijven
doorwachten
binnenvetten
grof verliezen
alles inzetten en verspelen
achterblijven
zonder zonder
lege vat as
rokend smorend gesmolten vel
waar striemen ingebrand als een varken op een spies
een landkaart van gepeins overblijvend op de huid
waar we jaren in verbleven
slaapzak
nu een onwelkom stuk lastige stretch schil
om de botten en gedachten bij elkaar te houden
Wat is het verder voor een verhaal?
“Ik denk dat het een verhaal is dat iedereen wel in zich heeft. Op dit moment ook zoekend van hoe de dingen gaan. Daar gaat het voor mij ook over, over dat het zoeken mag.”
Maar is het een oud iemand of is het een jong iemand? Is het een Nederlands iemand, is het een … ?
“Ik heb het zo proberen te maken dat iedereen het zou kunnen zijn. Het gaat eigenlijk over iedereen. Het gaat niet per se over de vrouw die ik speel, maar meer over het ritueel en de vorm. Over het ritueel wat we allemaal doen, ook al willen we het niet. Geboren worden, ouder worden. We gaan toch allemaal door dezelfde dingen heen. Terwijl je dat misschien helemaal niet bewust doet, maar je gaat toch door dezelfde dingen heen. Je wordt ouder. Je verliest geliefdes of je verliest je jeugd. Je wint wijsheid. Het hele patroon, daar probeer ik iets van te laten zien.”
Een terugkerend thema in de voorstellingen van Abke Haring is eenzaamheid, ook in deze.
“Ja, ik denk dat we heel eenzaam zijn in deze wereld. Denk ik. Het is in ieder geval makkelijk om eenzaam te zijn nu in deze dagen. Vooral als je kijkt naar Facebook. Ik check het wel af en toe, zeker nu ik op tour ben laat ik graag weten waar ik zit. Daar is het heel handig voor, maar dan lees ik ook heel wat op Facebook waar ik toch wel triestig van word. Er is een vorm van leven nu, waarvan ik denk dat die je heel eenzaam maakt. Al die informatie die je hebt, alles op internet, die snelheid… En de grote groepen mensen waarbij je je dan kan aansluiten. Dat is allemaal heel mooi, maar gewoon een nauwe verbintenis aangaan met mensen om je heen wordt steeds moeilijker. Daar heb ik het wel graag over.”
verdriet doet zeer
vriendschap is vaak tijdelijk
may your heart be the map
het is een
zacht kabbelen
van meer water dan erin kan
het duwt de oevers weg
zodat een breder pad ontstaat
(the three c’s of life
choices chances changes)
“Ik denk dat het gewoon heel belangrijk is het zoeken naar contact. Het zoeken naar contact met andere mensen. Zoiets als ‘hé hallo, hé hoe is het?’. Een aanknopingspunt, maar ook het zoeken naar contact met iets wat groter is dan onszelf. Een steun bij een god of bij het hogere. Het aangeroepen worden door het gebed. Er zit een gebed van Steiner in.
wortel uit de aardegrond
maak me dapper en gezond
Dat gaat over het meerdere, je bent niet alleen. Dat soort patronen, maar ook de patronen van ‘lekker brood bakken, boter kopen en koken’. Dat soort dingen, de banale patronen.
kleefweefsel rond het vet vlees en verliezend kalk
zoeken naar een extra stukje plakband want de naden laten los
ultiem vocht verliezend tot de laatste wallen onder de ogen zijn strakgetrokken als gedroogd karton
de spankracht van het weefsel niet meer kan ontplooien en de binnenkant zich toont
omgeruld als roerei in een aangekoekte pan
Bij het spelen van de voorstelling merk ik aan de reacties achteraf dat mensen zich vaak herkennen. Dat vind ik ongelooflijk fantastisch. Zo eenzaam ben ik of zijn de mensen dan toch niet. We herkennen dit. Het mag bestaan. Ze geven het ook toe. Dat is fantastisch. De gesprekken die ik achteraf heb, die zijn echt heel mooi.”
Eigenlijk zouden die mensen in de zaal straks na afloop dat gesprek samen moeten hebben?
“Ja, maar ik denk ook dat theater de uitgelezen plek is voor mensen die er niet willen over willen spreken. Je kan het alleen over je heen laten komen. Je verwant voelen, zonder dat je hoeft terug te spreken. Dat zijn namelijk de regels van het theater. Je hoeft niet te spreken. Je kan gewoon kijken.”
Je bent en actrice en regisseur. Je bent in dienst bij het Toneelhuis. Vorig jaar won je de Theo d’Or, een belangrijke toneelprijs als actrice, voor Hamlet vs Hamlet. Kun je zonder het ene? Kun je zonder maken of kun je zonder spelen?
“Neen. Nee, absoluut niet. Het vloekt nu weer. Nu heb ik dit gemaakt, iets heel kleins in samenwerking met weinig mensen. Het is een klein decor, het is een kleine tourbus. Het is fantastisch die samenwerking met mensen. Dat we samen iets kunnen doen ontstaan. Iets wat me echt dierbaar is. Ik vind dat ongelooflijk. Hierna speel ik weer bij Guy Cassiers en dat is dan een heel andere chemie, die ik daar heb. Dat is ook fantastisch. Het is echt spelen voor iemand. ‘Wat wil hij precies?’ Dat nog eens proberen. Met allemaal mensen samen op de vloer staan. Ik heb zo’n mazzel. Het is allebei geweldig.”
Je lijkt me best een eigenzinnig type. Als je nu helemaal je eigen gang kan gaan en dan straks weer onder een regisseur gaan gehoorzamen.
“Gehoorzamen is er niet bij. Het is er natuurlijk wel bij, maar zo voel ik het niet aan. Het is ook hartstikke leuk. Het geeft mij echt een kick om te voelen van de regisseur wil ongeveer dat en hoe kan ik dat aangeven? Wat moet ik mezelf opzoeken om hem dat te geven? Dat vind ik altijd echt een enorme uitdaging. Fantastisch. Je kan ook heel hard focussen op spelen. Je hoeft je niet bezig te houden met al die rompslomp er omheen. Van hoe laat vertrekt de bus en is alles mee? Het is gewoon spelen, ervoor gaan, smijten. Het is bevrijdend.”
En hoe gaat het nu? Jouw verband als regisseur bij het Toneelhuis houdt op. Hoe ga je verder?
“Dat weet ik nog niet. Daar ben ik rustig over aan het nadenken. Wat komt er op mijn pad? Ik geloof ook wel dat er dingen gebeuren met een reden. Dus dat komt allemaal wel goed. Ik ben nu met een open vizier aan het rondkijken naar wat zou ik willen en met welke mensen. Welke hoek en waar ik graag wil terechtkomen. En hoe zou dat kunnen. Het is allemaal heel spannend. Wat gaat hier nu gebeuren, next? Ik ben er nog niet helemaal uit, maar dat is eigenlijk ook allemaal wel prima. Het komt wel.”